16 Augustus 1913. „W. G. H. Rombouts, wethouder, benevens de heeren „J. IngenHousz, Staal en Merkelbach van Enk- „huizen, leden van den gemeenteraad, bijgestaan „door den gemeente-secretaris. „De Commissaris der Koningin, de conferentie „openende, zette het doel daarvan zeer kort uiteen „en gaf gelegenheid tot het stellen van vragen over „het punt, waarvoor deze conferentie is belegd n.m. „de aansluiting der gemeente aan eene electrische „centrale op den voet als is uiteengezet in de „brochure „electriciteitsvoorziening van de provincie „Noordbrabant." „Als woordvoerder van de vertegenwoordiging der „gemeente trad op de heer mr. E. P. van Lan- schot, burgemeester, die opmerkte dat de technische „zijde van het vraagstuk geheel buiten bespreking „kan worden gelaten, en van de zijde der gemeente „op deze conferentie geen enkele toezegging kon „worden gedaan spreker stelde vervolgens de vraag „welke beteekenis moest worden gehecht aan de „toezending van voormelde brochure, waarvan op „verzoek van het provinciaal bestuur aan elk der „gemeenteraadsleden een exemplaar is uitgereikt, „n.m. die van eene mededeeling of wel iets anders. „Uit de daarop gevolgde discussie is gebleken, „dat de toezending dier brochure moet worden op- gevat als eene officieele aanbieding van de provincie „aan de gemeente. „De Burgemeester vroeg daarna: Tegen welke „tarieven zal in de verschillende gemeenten der „provincie electriciteit worden geleverd „Het antwoord luidde, dat de tarieven voor alle „gemeenten niet zijn becijferd doch dat de aan- „vangstarieven zijn opgenomen in meerbedoelde „brochure en dat deze tarieven nadat de centrale 229

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 229