it
16 Augustus 1913. 235
verliezen, dan is niet goed te praten de houding
nu in deze zaak ingenomen. Bij alle mogelijke ge
legenheden werd hier tot dusverre beweerd, dat
men moest hebben een breed inzicht, en nu, nu
men zooals nooit te voren die eigenschap kan ten
toon spreiden, nu wordt tegenovergesteld gehandeld.
In schijn ligt hier voor ons eene voorloopige tot
niets bindende beslissing. Maar de reeksen van be
zwaren tegen de aansluiting, die dit voorstel moti-
veeren, zijn als een leiddraad voor den te benoemen
deskundige om op voort te bouwen tegen de Provin
ciale Centrale. De machtiging die gevraagd wordt
om concessie aan de Regeering te vragen, lijkt mij
het begin om in ieder geval eene eigen Centrale
te bouwen.
Dit voorstel in verband met de bezwaren wetti
gen dit vermoeden, niet het minst de redeneering
waarlangs men tot het drieledige voorstel komt.
De vraag die niemand onzer zonder voorlichting
kan beantwoorden is wat is hier het belang der
gemeente. Vooreerst dat een deskundige meer licht
brengt, en ten tweede dat die deskundige niet uit
sluitend deelt de principes welke het college van
burgemeester en wethouders en de tramcommissie
in deze zaak schijnen voor te staan.
Het beginsel dat men hier voorstaat, blijkt te zijn
het enge Bredasche belang, wat naar mijne overtuiging
wel eens het Bredasche nadeel zou kunnen worden.
De Provincie daarentegen wil het algemeen belang
der provincie dienen, en tegelijk de gemeenten ge
legenheid geven daardoor hunne belangen ieder voor
zich te behartigen.
Dit lijkt mij het juiste standpunt, waarvan niet
moet worden afgeweken om voor de gemeente het
onderste uit de kan te willen hebben.