rooien geschiedt geheel in het belang van adressant en daarom is het billijk, dat deze de kosten draagt. De heer SASSEN handhaaft zijne zienswijze en maakt er een voorstel van, om de kosten van rooiing en vervoer ten laste der gemeente te brengen. De heer STAAL heeft met verwondering gezien, dat de boomen van gemeentewege moeten gerooid worden. Spreker vraagt, of die boomen niet op stam verkocht kunnen worden, dan heeft de gemeente met de rooiing en het vervoer niets te maken en dus daarvoor ook geene uitgaven te doen. De voorzitter zegt, dat het wegruimen ge schiedt ten genoegen van een ander. Als de gemeente de boomen op stam verkoopt, brengen ze ook minder op, dan wanneer ze eerst van gemeentewege ge rooid zijn. De heer ROMBOUTS meent, dat de raad den verkeerden weg zou opgaan, indien hij zich met het voorstel van den heer Sassen vereenigde. De gemeente heeft hier het plantrecht. Als de provincie op hare wegen ten genoegen van een ander een boom rooit, moet belanghebbende, behalve de kosten van rooiing, ook nog een zeker bedrag betalen voor opheffing van het plantrecht. Dit is hier niet eens het geval. De heer VAN HULTEN sluit zich hierbij aan. De gemeente rooit niet alleen de boomen, maar geeft ook nog een recht prijs. De heer A. F. SMITS vraagt, of in voorkomende gevallen door belanghebbenden steeds de kosten moeten betaald worden. 25 Januari 1918. 28

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 23