16 Augustus 191B. 249 zich de moeite getroost, om eens na te gaan, wat door de Bredasche ingezetenen aan provinciale be lasting jaarlijks wordt betaald en komt dan tot een globaal cijfer van f 25000, Daarvoor krijgt Breda aan provinciale subsidie voor de ambachtsschool f 2000,voor de teekenschool f 1000, en voor de handelsavondschool f 200,Dat is alles, wat Breda van de provincie geniet. Spreker wil echter het breede standpunt innemen, dat men in deze het provinciaal belang in het oog moet houden, doch dan dient ook de provincie van haren kant te trach ten, een middel te vinden, om de groote gemeenten bij eene onderneming, als thans door haar op touw wordt gezet, tegemoet te komen. Dat het winstpercentage van de gasfabriek bij de oprichting eener electrische centrale niet geheel ver dwijnen zal, stemt spreker gaarne toe, maar wel zal het eene verandering ondergaan. Dit wordt zelfs niet ontkend door de voorstanders der provinciale centrale, zooals blijkt uit de notulen van de verga dering der provinciale staten, waarin het voorstel tot oprichting eener centrale is behandeld. De heer de Vlam heeft erop gewezen, dat de centrale voor de groote gemeenten eene belangrijk mindere opbrengst van hare gasfabrieken zou ten gevolge hebben. Ook de heer Loeff heeft zich in dien geest uitgelaten. Met de provincie wordt een contract gesloten voor een bepaalden tijd, zoodat men daaraan niet ge bonden is. Dit moge in theorie juist zijn, doch in de praktijk zitten de gemeenten daaraan voor eeuwig vast. Wil de provincie later den prijs verhoogen, dan is er niets aan te doen. Het beginsel van auto nomie voor de gemeentebesturen wordt hier duidelijk overboord geworpen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 249