16 Augustus 1913. 259
Spreker is er voor, dat deskundige voorlichting
wordt gevraagd, doch het benoemingsrecht wenscht
hij niet uit handen te geven.
De voorzitter herhaalt nogmaals, dat hij niet
kan aannemen, dat een demissionaire minister in
zoo'n principieele zaak als deze eene beslissing zal
nemen. Overigens kan de gemeente aan de provincie
geen voorstel doen. Toen op de conferentie in Den
Bosch gevraagd werd, om de gemeente mede in de
winst te betrekken, vond men dit belachelijk.
De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN meent,
dat door Breda aan de provincie als voorwaarde
gesteld zou kunnen worden, aan onze gemeente toe
te staan een hooger winstpercentage van de af
nemers te bedingen.
Thans komt in stemming punt 1° van het voor
stel van burgemeester en wethouders, om het advies
in te winnen van een electro-technisch deskundige.
Welk voorstel zonder hoofdelijke stem
ming wordt aangenomen.
Daarna komt in stemming punt 2° van het voor
stel, om burgemeester en wethouders te machtigen
tot aanwijzing van den deskundige en tot omschrij
ving van de hem te verleenen opdracht, welk voor
stel met 13 tegen 6 stemmen wordt aangenomen.
Vóór stemden de heeren J. M. IngenHousz, jhr.
mr. Reigersman, Teychiné, mr. W. IngenHousz,
Scheltus, Rombouts, Heijlaerts, A. F. Smits, Bom,
Bloemarts, Slechtriem, Staal en Fr. Smits.