16 Augustus 1913.
261
„De commissie, belast met het nazien der ge-
meenterekening over 1912 heeft de eer den raad
„te rapporteeren, dat zij genoemde rekening in
„totaal sluitende met eene
„uitgave van f 1143896,53
„en eene ontvangst van - 1131323,22
„alzoo met een nadeelig saldo van f 12573,31
„nagezien, met de noodige bescheiden vergeleken
„en accoord bevonden heeft, weshalve zij den raad
„voorstelt deze rekening goed te keuren,
„Uit deze rekening blijkt, dat aan buitengewone
„uitgaven, waarvoor nog geleend moet worden, is
„betaald de somma van f 104868,63, terwijl boven-
„dien nog contant betaald is een bedrag van f36604,47
„voor buitengewone werken, zooals de Ginneken-
„brug e.a., waarvoor dekking uit leeningsgelden vol
komen gewettigd en gerechtvaardigd zoude zijn.
„Een en ander heeft aan de commissie, belast
„met het nazien dezer rekening, aanleiding gegeven
„hieraan toe te voegen een woord van dankbaren
„lof aan het dagelijksch bestuur der gemeente Breda
„voor zijn zaakkundig beheer."
De voorzitter dankt de commissie voor het
gehouden onderzoek en uitgebracht rapport en stelt
voor gemelde rekening voorloopig vast te stellen
in uitgaaf op f 1143896,53
in ontvangst op - 1131323,22
sluitende alzoo met een nadeelig
saldo van f 12573,31
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Burgemeester en wethouders hebben zich van
medestemmen onthouden.