16 Augustus 1913. 263 De heer HEIJLAERTS, hierop het woord gevraagd en verkregen hebbende, zegt, dat ook hij gevoelt, dat de tijd van heengaan voor hem gekomen is. Spreker wijst erop, dat het lidmaatschap van den raad voor hem hoogst aangename herinneringen zal achterlaten. Met genoegen herdenkt spreker hierbij de beteekenende, treffende en bemoedigende woorden, door den voorzitter tot hem gericht bij gelegenheid van de herdenking van zijn 40-jarig lidmaatschap van dezen raad. Spreker dankt ten slotte allen voor hun vriendschappelijken omgang en hoopt, dat zijn heengaan bij den raad waardeering zal hebben. De heer A. F. SMITS gevoelt zich gedrongen, na de afscheidsgroeten zijner beide collega's, ook een enkel woord van afscheid tot zijne medeleden te richten. Spreker gaat niet heen, omdat zijne krachten het niet zouden toelaten, nog langer lid van den raad te zijn, doch andere omstandigheden hebben hem genoopt, zich niet meer herkiesbaar te moeten stellen. Spreker dankt den burgemeester, de wethouders, de leden van den raad en den secre taris, voor den aangenamen omgang, waaraan hij steeds met het meeste genoegen zal terugdenken. Hij verlaat den raad met de meeste sympathie en hoopt, dat de leden allen zullen blijven samenwerken in het werkelijk belang van de goede stad Breda. De voorzitter dankt op de eerste plaats den heer wethouder Rombouts voor al hetgeen hij ge durende eene reeks van jaren in het belang der gemeente Breda heeft verricht. Spreker staat nu bijna 6 jaar aan het hoofd dezer gemeente en in dien tijd heeft hij den heer Rombouts leeren waar- deeren als een eerlijk man, op wiens woorden men

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 263