Hieraan voldaan zijnde, worden door genoemde
heeren in handen van den waarnemenden voorzitter
achtereenvolgens afgelegd de eed van zuivering en
de eed van trouw, voorgeschreven bij art. 39 der
gemeentewet.
De heer SCHELTUS wenscht thans, getrouw aan
eene oude gewoonte, een enkel woord van welkom
te richten tot de herkozen en nieuwbenoemde leden.
In de eerste plaats tot mk. Bloemarts, die reeds
meer dan 20 jaren lid van dezen raad is en in al
dien tijd in zijn optreden getoond heeft een werk
zaam lid te zijn, wien de belangen van Breda ten
zeerste ter harte gaan. U het welkom toe te roepen,
zegt spreker, zou overbodig zijn, waar gij niet alleen
in de vergaderingen van den raad, maar ook in de
commissi n steeds met de meeste nauwgezetheid
werkzaam waart. Spreker wenscht den heer Bloemarts
toe, dat hij in het nieuwe 6-jarig tijdperk met den
zelfden ijver en rechtvaardigheid, als tot dusver het
geval was, de belangen der gemeente zal blijven
behartigen.
Zich wendende tot de heeren Stulemeijer, van
Iersel en van Ba vel, zegt spreker, dat hij hun
moeielijk het welkom kan toeroepen, wijl hij geen
hunner persoonlijk kent. Spreker hoopt intusschen, dat
zij zullen toonen te zijn vrije mannen en dat zij steeds
zullen handelen naar de ingaven van hun hart en
de inspraken van hun geweten.
De heer Feber, zegt spreker, is vrijwel bekend
in deze gemeente. In zijne hoedanigheid van secre
taris der vereeniging „Breda Vooruit" is hij reeds
langen tijd werkzaam geweest ter bevordering van
het welzijn en den voorspoed van Breda. Daarom heet
spreker hem van harte welkom en hoopt, dat hij
266
2 September 1913.