2 September 19IB. 267 zal willen medewerken om den goeden toon in deze vergadering te helpen bewaren. De heeren Merkelbach van Enkhuizen en Bom wenscht spreker geluk met hunne herbenoeming. Ofschoon geen onbekenden meer in den raad, meent spreker toch een beroep te moeten doen op hun ijver en toewijding om de belangen der gemeente Breda in alle opzichten te helpen bevorderen. Hierop nemen de herkozen en nieuw gekozen leden zitting. De heer SCHELTUS wijst er nog op, dat indertijd door een onwillekeurig verzuim bij het vertrek van den heer van den Brink geen enkel woord tot af scheid is gesproken. Spreker wil thans dit verzuim herstellen en herinnert er aan, dat de heer van den Brink, niettegenstaande menig diepgaand meenings- verschil, zich in de vijf jaren, dat hij het lidmaat schap van den raad heeft bekleed, heeft doen kennen als een ijverig en werkzaam lid, wiens welsprekend heid voortdurend bewondering wekte. Spreker hoopt, dat hij in zijne nieuwe woonplaats en nu hij een anderen levensstaat heeft gekozen, bevrediging moge vinden van al zijne wenschen. Thans wordt mededeeling gedaan van het Konink lijk besluit van den 15 Augustus 1913 no. 50, waarbij de heer mr. E. P. van Lanschot met ingang van 21 Augustus jl. is herbenoemd tot burgemeester dezer gemeente. De heer SLECHTRIEM, zich tot den heer van Lanschot wendende, die inmiddels ter vergadering- is verschenen en het voorzitterschap aanvaard heeft, wenscht den voorzitter van harte geluk met zijne her-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 267