270
2 September 1913.
nemen beslissingen zullen de leden steeds de belangen
der gemeente voor oogen houden. Breda zal dan
voortgaan te zijn eene stad, die met eere in den
lande zal genoemd worden.
De voorzitter zegt, dat de notulen van het
verhandelde in vergadering van 26 Juli 1913, over
eenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het regle
ment van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor
de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk
zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden
alsnog voorlezing daarvan verlangt, of eenige bemer
kingen daartegen in het midden heeft te brengen.
De heer VAN HULTEN zegt, dat op pagina 201,
léden regel van boven, abusievelijk is vermeld „den
St. Josephkring" dit moet zijn „de timmerlieden-
vereeniging St. Joseph."
Met inachtneming van deze bemerking,
worden de notulen van voormelde verga
dering goedgekeurd en vastgesteld.
Thans is aan de orde de benoeming van een wet
houder, ter voorziening in de vacature van den heer
W. G. H. Rombouts, die niet als raadslid herkozen is.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 20 stemmen, waarvan 14
op den heer Sassen, 3 op den heer van Hulten,
2 op den heer Teychiné en 1 op den heer Lijdsman.
Zoodat tot wethouder is benoemd de
heer Sassen.
De voorzitter vraagt, of de heer Sassen be
reid is de benoeming aan te nemen.