2 September 1913.
Vermoedelijk zal de commissie zich dan in sub-
commissiën kunnen splitsen.
Niemand der leden tegen dit voorstel
nog eenige bedenking hebbende, wordt
overgegaan tot de benoeming van twee
raadsleden, die in de commissie zullen zitting
nemen.
Bij de eerste stemming worden ingeleverd 19
stembriefjes, waaruit blijkt, dat zijn uitgebracht op
de heeren van Hulten 11, Stulemeijer 6, van
Iersel 6, Lijdsman 4, Merkelbach van Enkhuizen
4, Loomans 3, Staal 2 en Teychiné 2 stemmen.
Zoodat tot lid van bedoelde commissie
is benoemd de heer F. C. J. van Hulten,
terwijl voor het tweede lid eene vrije
stemming moet plaats hebben.
Bij deze tweede stemming worden uitgebracht 19
stemmen, waarvan 8 op den heer van Iersel, 6 op
den heer Merkelbach van Enkhuizen, 2 op den
heer Stulemeijer, 1 op den heer Staal en 1 op
den heer Lijdsman.
Nog geene volstrekte meerderheid verkregen zijnde,
wordt overgegaan tot eene herstemming tusschen
de beide candidaten, die bij de tweede stemming de
meeste stemmen hebben erlangd.
Bij deze stemming worden wederom uitgebracht
19 stemmen, waarvan 12 op den heer van Iersel
en 6 op den Merkelbach van Enkhuizen, terwijl
1 briefje in blanco was ingeleverd.
Zoodat eveneens tot lid van bovenge
melde commissie is benoemd de heer
A. J. M. van Iersel.
282