2 September 1913. 285 24. Schriftelijk voorstel van het raadslid, den heer F. C. J. van Hulten, luidende als volgt: „Ondergeteekende, lid van uwen raad, stelt u voor „het te verwachten advies van den in de ver gadering van 16 Augustus j.l. benoemden door het „dagelijksch bestuur aan te wijzen deskundige in „zake de electriciteitsvoorziening, te behandelen in „de afdeelingsvergaderingen, thans voor onderzoek „der begrooting aan te wijzen, alvorens dit advies „of rapport in openbare behandeling te nemen. „(get.) F. C. J. van Hulten". „Toelichting. „Waar mag worden aangenomen, dat de geheele „raad in de kwestie der electriciteitsvoorziening als „leek te beschouwen is, is het ten zeerste gewenscht, „dat de inlichtingen door elk raadslid desgewenscht „over het advies zelve in te winnen, zoo veelzijdig „mogelijk kunnen genomen worden. Daartoe is af- „deelingsgewijze onderzoek en behandeling van dat „advies en een eventueel voorstel hoogst gewenscht, „ja noodzakelijk met het oog op het hooge belang „der zaak. Daarna kan dan nog door ieder raadslid „deskundige voorlichting gezocht worden en zal, zoo „behandeld, een goed besluit beter gewaarborgd „zijn dan wanneer, zooals tot dusverre gewoonte „was, de stukken, in behandeling te nemen, slechts „8 dagen te voren ter lezing liggen. Voor eene zaak „als deze is andere behandeling dan de gewone, naar „het mij voorkomt, noodzakelijk." De heer VAN HULTEN, het voorstel nader toe lichtende, verwacht, dat het rapport van den des kundige nog wel eenigen tijd zal uitblijven. Spreker heeft het voorstel gedaan, opdat het vraagstuk dege-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 285