„geduid en nadat de in ruil te geven strooken
„grond vooraf aan den openbaren dienst zullen zijn
„onttrokkenen
„2o. een ontwerp-besluit tot opheffing van het
„bouwverbod, voor zoover dit bij raadsbesluit van
„7 Maart 1908 is gevestigd op die gedeelten grond,
„gelegen in bouwblok XTII, welke krachtens het
„vroeger vastgestelde uitbreidingsplan voor den aanleg
„van straten of wegen waren bestemd.
„Wij wenschen hierbij onder Uwe aandacht te
„brengen, dat dit laatste besluit betrekking heeft
„op het geheele wegenplan in bouwblok XIII en
„niet uitsluitend die gedeelten van wegen betreft,
„welke bij ruiling aan den Staat zullen worden
„overgedragen.
„Hiertegen bestaat geen enkel bezwaar, omdat
„het geheele wegencomplex bereids aan de gemeente
„is overgedragen en deze daardoor tevens de handen
„vrij krijgt, indien later, bij eventueele bebouwing
„eenige, zelfs zeer geringe, afwijking van het
„wegenplan mocht noodig blijken."
De hierbedoelde ontwerp-besluiten luiden als volgt
A. „De raad der gemeente Breda;
„Gelet op de artt. 194 letter c en 230 der ge-
gemeentewet;
„besluit
„a. aan den openbaren dienst te onttrekken
„1°. eene strook grond, ter grootte van ongeveer
„8 aren 40 centiaren, deel uitmakende van den
„openbaren weg, loopende van den Haagweg naar
„het Frans Heijlaertsplein, kadastraal bekend ge-
„meente Breda sectie A. nr. 6219en
„2°. eene strook grond, ter grootte van ongeveer
„1 are 98 centiaren, deel uitmakende van den open-
28
25 Januari 1913.
