25 October i9S3. Tegenwoordig de heeren F. C. J. VAN HULTEN, F. A. M. J. SMITS, A. C. BOM, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, J. B. M. MERKELBACH VAN ENK- HUIZEN, W. J. H. FEBER, A. VAN BAVEL, C. L. STULEMEIJER, A. J. M. VAN IERSEL, mr. W. IN- GENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, H. A. SASSEN, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, W. J. A. LOOMANS, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, en N. J. H. VAN GROENENDAEL. Eéne vacature. Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergade ring van 1 G Augustus 1 913 overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt, of eenige bemerking daartegen in het midden heeft te brengen. De heer VAN HULTEN heeft bezwaar tegen de laatste zinsnede van het rapport, betreffende het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 291