25 October 1913.
297
„Deze opdracht luidt, om de gemeente van advies
„te dienen over de volgende vraag
„„Is het aanbod der provincie tot aansluiting aan
„„een eventueel op te richten provinciale centrale
„„in verband met de plaatselijke omstandigheden
„„te Breda aannemelijk en zoo neen, welke wijze
„„van oplossing van het electriciteitsvraagstuk acht
„,,U dan, rekening houdende met de Bredasche toe-
„standen, het meest gewenscht
„Zooals wij hierboven reeds mededeelden, heeft
„de heer Van Rossem de opdracht aanvaard en als
„honorarium bedongen de som van f 3500,-, zonder
„dat eenige verdere kosten wegens reis, verblijf
„enz. ten laste dezer gemeente zullen komen.
„Voor het uitwerken van het vraagstuk en het
„uitbrengen van een rapport zullen ongeveer 4
„maanden noodig zijn.
„Wij hebben de eer U met het vorenstaande in
„kennis te stellen onder mededeeling tevens, dat de
„verstrekte opdracht is geschied in overleg met de
„commissie voor de tramzaken."
De heer STULEMEIJER betoogt, dat de formu
leering van de opdracht nog al algemeen gesteld is
en vraagt, of het in de bedoeling ligt, dat de des
kundige, als hij het voorstel der provincie onaan
nemelijk acht, ook zal mogen adviseeren andere
voorstellen aan de provincie te doen.
De voorzitter zegt, dat de opdracht zoo alge
meen mogelijk is gesteld. Spreker verwacht wel,
dat de adviseur ook dit punt onder de oogen zal
zien, maar er zijn zooveel andere oplossingen van
„Botterdam, zich bereid verklaard heeft, de hem
„gegeven opdracht te aanvaarden.