25 October 1913.
301
tal van bezwaren tegen het voorstel bestaan. Op de
eerste plaats een formeel bezwaar. Het reglement
van orde kent geen afdeelingsonderzoek. Daarin wordt
heelemaal niet van afdeelingen gesproken. Bovendien
laat zich het rapport beter behandelen in een volle
vergadering, waar de technische adviseur tevens
inlichtingen geeft, dan in de afdeelingen, waar men
die voorlichting moet missen. Men zal toch moeilijk
kunnen eischen, dat de adviseur alle afdeelingsver-
gaderingen bijwoont. Wijl de wethouders niet allen
evengoed van het vraagstuk op de hoogte zijn, zal
de leiding in de afdeelingen, welke door verschillende
wethouders worden gepresideerd, soms te wenschen
overlaten. In eene raadsbijeenkomst kan men de
leiding in hoofdzaak aan den deskundige overlaten.
Spreker verwacht van deze bijeenkomsten veel meer
heil, dan van eene behandeling in de afdeelingen.
De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN was
aanvankelijk van meening, dat het voorstel van
burgemeester en wethouders goed is, doch bij nadere
overweging is hij tot de conclusie gekomen, dat het
voorstel van den hser Van Hulten de voorkeur
verdient. Spreker stelt op den voorgrond, dat de
meeste leden niet goed van het vraagstuk op de
hoogte zijn en nu komt het hem voor, dat de leden
de inlichtingen beter zullen kunnen bekomen in een
klein college, dan in een vollen raad. Plet formeel
bezwaar, dat -er volgens den voorzitter tegen een
afdeelingsonderzoek zou bestaan, deelt spreker niet.
De raad kan dit zelf regelen, indien hij dat verkiest.
Spreker wijst hierbij op art. 134 der gemeentewet,
waaruit de bevoegdheid van den raad blijkt. Ook
in vele andere gemeenten worden gewichtige zaken
vooraf in de afdeelingen behandeld.