25 October 1913. 303 geleerd, dat het somtijds heel moeielijk is, om de afdeelingen bij elkaar te krijgen. De heer VAN BA VEL zegt, dat het prae-advies van burgemeester en wethouders hem ten zeerste heeft verbaasd. Waar het voorstel van den heer Van Hulten niets anders beoogt, dan het deskundig rapport in details te behandelen, kan het niet anders, of eene dergelijke behandeling moet aan eene gron dige studie van de zaak slechts ten goede komen. Het komt spreker dan ook voor, dat eene bespreking van deze belangrijke aangelegenheid in de afdee lingen de voorkeur verdient boven eene bijeenkomst, waarin alle 21 leden tegenwoordig zijn. Men zal het vraagstuk dan niet zoo goed van alle kanten kunnen bekijken, hetgeen toch zeer gewenscht is. Om die reden is het voorstel van den heer Van Hulten aan spreker zeer sympathiek. De vo orzitter is het volkomen eens met den heer Bloemarts. Bovendien is er nog een ander bezwaar. Het kan misschien noodig zijn, dat ten opzichte van sommige punten, welke besproken worden, de geheimhouding moet worden opgelegd. Dat kan niet in de afdeelingen, omdat de wet daar omtrent geen geheimhouding kent. De heer STULEMEIJER begint met te verklaren, dat hij het niet eens is met den heer Bloemarts, waar deze het voorstel praematuur heeft genoemd. We zitten thans midden in de electriciteitskwestie. Het voorstel is dus volstrekt niet praematuur. De argumenten van den heer Bloemarts en van den voorzitter, om het rapport niet in de afdeelingen te behandelen, zijn, naar sprekers meening, niet groot genoeg om de argumenten van den heer Van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 303