304 25 October 1913. Hulten, die het rapport wel in de afdeelingen be- behandeld wil zien, te ontzenuwen. Spreker meent, dat een vraagstuk, hetwelk zoo gewichtig en zoo moeielijk is als het onderwerpelijke, wel een grondig onderzoek vordert. En dit kan het best geschieden in afdeelingen. In andere groote steden handelt men evenzoo. Spreker vertrouwt, dat de raadsleden wel zelf het werk zullen willen doen, hetwelk tot den aard van hun ambt behoort, zoodat hij zich niet kan voorstellen, dat de raadsleden van de afdeelingsvergaderingen zullen wegblijven, zooals de heer Bloemarts het wil doen voorkomen. Door den voorzitter is nog als een bezwaar aan gevoerd, dat voor het verhandelde in de afdeelings vergaderingen niet de geheimhouding kan worden opgelegd. Spreker verwacht, dat ieder lid, wanneer hij daartoe wordt aangezocht, de geheimhouding wel bewaren zal, ook al is hij daartoe niet wettelijk verplicht. Dat de raad een dergelijk vraagstuk zou behandelen in afdeelingen, is volstrekt geen unicum. Ook in andere plaatsen komt dit herhaaldelijk voor. En waar de gemeenteraad hier vergadert naar de zelfde wettelijke regelen als elders, komt het spreker voor, dat tegen het voorstel-van Hulten geen formeel bezwaar kan bestaan. Verder is het te verwachten, dat leeken eerder geneigd zullen zijn, om vragen te doen in een klein comit dan in eene voltallige vergadering. Ten bewijze, dat men in andere plaatsen wel veel waarde hecht aan een onderzoek in de afdeelingen, haalt spreker als voorbeeld aan, de gemeente Rotter dam, waar nog onlangs ten aanzien van een voorstel- Niemeijer werd besloten dit in de afdeelingen te behandelen. Verder wijst spreker op een artikel,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 304