30 25 Januari 1913. „hun besluit van 1 September 1908, G no. 38, waarbij „onder anderen verboden werd gebouwen te bouwen „of te herbouwen op die gedeelten van de perceelen, „gelegen ten noorden van den Haagweg, kadastraal „bekend gemeente Breda, sectie A, nos. 4900, 4901, „4902 en 4903, thans sectie A, no. 6219, welke „gedeelten grond krachtens raadsbesluit van 22 Sep tember 1906 voor den aanleg van straten bestemd „waren „Overwegende, dat bedoelde gronden, waarop het „bouwverbod is gevestigd, eertijds toebehoorden aan „den Staat der Nederlanden, doch thans aan de „gemeente Breda zijn overgedragen en reeds als „straten zijn aangelegd „dat inmiddels de wenschelijkheid is gebleken, „om het wegenplan, hetwelk op meerbedoelde gronden „is geprojecteerd, eenigszins te wijzigen, in dien zin, „dat een bestaande weg een weinig wordt verschoven, „een nieuwe weg wordt aangelegd en van een „anderen weg de bocht een weinig wordt verlegd „dat als gevolg hiervan, enkele strooken grond, „oorspronkelijk voor straat bestemd, bij het aan grenzend bouwterrein zullen worden gevoegd „dat, nu het wegenplan op meergenoemde gronden „vaststaat en te dien einde tusschen de gemeente „Breda en den Staat der Nederlanden bereids een „overeenkomst is getroffen, het niet 'noodzakelijk „is, dat het bouwverbod op gemelde gronden blijft „gehandhaafd „Gehoord de gezondheidscommissie voor de ge- „meente Breda, advies van den 20 Januari 1913 no. 702 „besluit „het bouwverbod, voor zoover dit bij het hiervoor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 30