25 October 1913. 317 ,,van de pensioensgrondslagen op den gemeente-amb tenaar verhalen, die de ambtenaar jaarlijks moet „betalen. „Van de onder 2e vermelde bijdragen kunnen de „gemeenten ten hoogste drie ten honderd van de „totaalsom op den ambtenaar verhalen, te betalen „in de eerste tien jaren, telken male voor een tiende. „De door de gemeenten verschuldigde bijdragen „onder 3e vermeld, kunnen door haar geheel op den „betrokken ambtenaar worden verhaald, jaarlijks „te betalen. ,,Ile onder 4e vermelde bijdrage wordt door het „Rijk betaald. „Uit het bovenstaande volgt, dat in elk geval „ten laste van de gemeenten komen le. „vier ten honderd (7°/0 3°/0) van de „pensioensgrondslagen van de gemeen te-amb tenaren, welke som jaarlijks is verschuldigd 2e. „vijf ten honderd (8°/03%) van het totaal „der vóór 1 October 1913 door gemeente- ambtenaren genoten belooningen, welke som „ineens of in 40 annuiteiten moet worden „voldaan „De gemeente kan ingevolge de wet op de „ambtenaren verhalen: le. „met betrekking op eigen pensioen: a. „drie ten honderd van de pensioensgrondslagen „der gemeente-ambtenaren, welke som jaarlijks kan „worden verhaald b. „drie ten honderd van het totaal der vó r 1 „October 1913 genoten belooningen, welke som in de „eerste 10 jaar kan worden verhaald, telkens voor 1 /10. 2e. „met betrekking op weduwen- en weezen- „pensioen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 317