De voorzitter zegt, dat die besteksbepalingen in de drukkerij moeten zijn opgehangen. Overigens acht spreker de werklieden mans genoeg, om er voor te zorgen, dat die bepalingen worden nageleefd. De heer VAN HULTEN betwijfelt dit zeer en zou aan de arbeidsinspectie willen verzoeken, daarop eenig toezicht te houden. De voorzitter meent, dat men dit veilig aan de werklieden zelf kan overlaten, doch ziet er geen bezwaar in, om de arbeidsinspectie met de bestaande voorwaarden in kennis te stellen. Zonder verdere bedenking worden alsnu de bestekken, hiervoor sub a tot en met e vermeld, goedgekeurd. Zonder bedenking wordt bedoeld voorstel goedgekeurd. 330 25 October 1913. 25. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij te kennen gevende, dat op eene openbare veiling, dezer dagen te Amsterdam gehouden, door den gemeente-archivaris ten behoeve der gemeente zijn aangekocht een drietal gedenkpenningen, betrek king hebbende op den Vrede van Breda van 1 (567, met voorstel dezen aankoop goed te keuren en de uitgaven, welke, met inbegrip van ongelden, reis- en verblijfkosten, ongeveer f 270,zullen bedragen, te brengen ten laste van den post „Onvoorziene uitgaven" der begrooting voor den loopenden dienst. 26. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, naar aanleiding van een ingekomen schrijven van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs alhier en met overlegging der goedkeurende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 330