8 November 1913. 341 een gedeelte klinkerbestrating aldaar, voorstellende hen tot de uitvoering van bedoeld werk te machtigen en de kosten daarvan, geraamd op f 1826,60, te bestrijden uit den post hoofdstuk XVI art. 12 onder letter p der begrooting van uitgaven voor den loopenden dienst. (Overige werken nader door den raad aan te wijzen.) De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. De heer LIJDSMAN wijst erop, dat wordt voor gesteld, om de bergplaats met asphaltpapier te bedekken. Liever zag spreker eene bedekking met mastiek of rubberowiet. Dat zou niet veel duurder zijn en is veel solieder. Gaarne wenschte spreker, dat bij de uitvoering van het werk hiermede werd rekening gehouden. De heer LOOMANS heeft uit de stukken gezien, dat een lid der bouwcommissie, de heer Bom, in overweging geeft, om het werk aan te besteden. Nu het tegen den winter loopt en met het oog op de omstandigheid, dat er toch niet te veel werk is, zou spreker het wel wenschelijk vinden, dat hiertoe besloten wordt. De voorzitter antwoordt hierop, dat het geheele werk slechts eene uitgaaf zal vorderen van ongeveer f 1826,Voor het ijzerwerk, de dakbedekkingen het verf werk worden prijsopgaven gevraagd, doch het timmerwerk kan gevoegelijk worden verricht door de eigen timmerlieden der gemeente. Nadat de stukken bij de bouwcommissie hebben gecirculeerd, heeft er nog een bijeenkomst met de leden dier commissie plaats gehad en daarbij is overeenstemming

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 341