342
8 November 1913.
verkregen omtrent de wijze van uitvoering van
het werk.
De heer VAN HULTEN vraagt, of er al een
begin van uitvoering is gegeven aan het werk.
De voorzitter meent, dat mogelijk reeds met
de vervaardiging van het houtwerk is begonnen en
dat ook prijsopgaaf is gevraagd voor het ijzerwerk.
De heer VAN HULTEN zegt, dat hij in dit ge
val daartegen geen bezwaar heeft, maar in het
algemeen acht hij het niet wenschelijk, dat reeds
met een werk begonnen wordt, voordat de raad er
zijne goedkeuring aan heeft gehecht. Ook met het
systeem van onderhandsche aanbesteding kan spreker
zich niet goed vereenigen. Als enkelen worden uit-
genoodigd prijsopgaaf te doen, worden anderen van
mededinging uitgesloten.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het in
vele opzichten eene zaak van vertrouwen isdit
geldt vooral voor het verfwerk. Bij de aanvragen om
prijsopgaven wordt niemand gepasseerd. Overigens
zal met de opmerking van den heer Lijdsman
rekening worden gehouden en nader worden over
wogen, in hoever eene andere dakbedekking de
voorkeur verdient.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu
besloten overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
3. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij machtiging verzoekende, om de bestaande
verharding van de los- en laadplaats aan den Aca
demiesingel tegenover de Emmastraat zoodanig uit