361 kingen van den voorzitter niet opgaan. Een stoker van de gasfabriek is niet te vergelijken met een klerk van het stadhuis. Dat zijn ongelijksoortige grootheden. De voorzitter ziet niet in, waarom die ver gelijkingen niet gemaakt zouden mogen worden. De rnenschen verdienen evenveel. Waarom, vraagt spreker, zou een machinist van de waterleiding die f 20,per week verdient, niets behoeven te betalen en een hoofdagent van politie wel. De heer STULEMEIJER zegt, dat ook een loon is genoemd van f 4G8,Daar kan geen ll/3 cent per week af. De voorzitter is het daarmede volstrekt niet eens. Spreker heeft nog onlangs gelezen dat de leden van den bond van R.K. vakvereenigingen 9 cent per week zullen bijdragen. Dat is f 4,68 per jaar. Er kan dus blijkbaar wel iets af voor het lidmaatschap eener vakvereeniging. Spreker wijst verder nog op het adres van den Nederlandschen bond van gemeente werklieden, waarin gevraagd wordt geen hoogere bijdrage te vorderen dan 5 nl> van den pensioens grondslag. Dat is heel wat meer, dan door burge meester en wethouders is voorgesteld. En die rnenschen zullen toch zelf wel weten, wat zij missen kunnen. De heer VAN HULTEN kan den voorzitter niet feliciteeren met het aangehaalde voorbeeld van de bijdrage voor de vakvereeniging. Die bijdrage ge schiedt uit noodweer en moet de strijdkas vormen, waaruit later steun kan worden geput, als de werk lieden van andere zijde worden aangevallen. Ook kan een klerk en een werkman niet met elkander 8 November 1913.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 361