8 November 1913.
367
bestond. Het argument van geschonden rechten gaat
dus niet op.
Het amendement van den heer STULEMEIJER
wordt alsnu in stemming gebracht, doch verworpen
met 14 tegen 5 stemmen.
Tegen stemden de heeren Smits, Bloemarts,
Merkelbach van Enkhuizen, Feber, van Iersel,
Scheltus, Sassen, Slechtriem, Staal, Lijdsman,
Loomans, Reigersman, Teychiné en J. M. Ingen-
housz.
Vóór waren de heeren van Hulten, Bom, van
Ba vel, Stulemeijer en van Groenendael.
Daarna komt in stemming het voorstel van bur
gemeester en wethouders, hetwelk met 15 tegen 4
stemmen wordt aangenomen.
Vóór stemden de heeren Smits, Bom, Bloemarts,
Merkelbach van Enkhuizen, Feber, van Iersel,
Scheltus, Sassen, Slechtriem, Staal, Lijdsman,
Loomans, Reigersman, Teychiné en J.M.Ingenhousz.
Tegen waren de heeren van Hulten, van Bavel,
Stulemeijer en van Groenendael.
Vervolgens wordt het geheele voorstel van burge
meester en wethouders zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De voorzitter stelt alsnu voor te bepalen, dat
de door de werklieden van 1 October jl. af verschul
digde premiën en bijdragen tot 1 Januari a.s. geheel
ten laste der gemeente zullen worden genomen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.