%- 5 December 1913. Tegenwoordig de heeren F. C. J. VAN HULTEN, F. A. M. J. SMITS, A. C. BOM, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, J. B. M. MERKELBACH VAN ENK HUIZEN, W. J. H. FEBER, A. VAN BA VEL, C. L. STULEMEIJER, A. J. M. VAN IERSEL, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, H. A. SASSEN, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, W. J. A. LOOMANS, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, N. J. H. VAN GROENENDAEL. Eéne vacature. Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De voorzitter, opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de ver gadering van 25 October j.l. overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage van de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerking daartegen in het midden heeft te brengen. De heer VAN HULTEN wenscht op pagina 336,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 371