'SU, 5 December 1913. 385 van f 500,Dat was een stap in de goede richting. Waar het hier betrof eene zaak van sociaal belang, heeft men terecht ingezien, dat de gemeente moest ingrijpen, waar het particulier initiatief te kort schoot. Uit het prae-advies blijkt dat burgemeester en wethouders, hoewel zij van meening zijn, dat de school moet worden in stand gehouden, in overweging geven, de aanvrage om verhooging van subsidie niet toe te staan. Zij oordeelen, dat aan het bestuur der school voldoende middelen ter beschikking zullen staan, als de provinciale subsidie verhoogd wordt tot een bedrag, als zij meenen, dat op den weg der provincie ligt. Spreker is echter van meening, dat de school niet voldoende middelen heeft, om in stand gehouden te kunnen worden. Met hare tegenwoordige inkomsten is dat niet mogelijk. Doch niet alleen is het zaak, dat de school in stand gehouden wordt, ze moet ook in staat gesteld worden, om meer te kunnen doen dan thans, hetgeen het algemeen belang ten goede komt. En dat er in die richting gewerkt wordt, blijkt uit de cijfers. In 1911 bedroeg het aantal leerlingen uit Breda, behoorende tot de volksklasse 65, in 1912 88 en in 1913 117. Vergelijkt men de Bredasche huishoudschool met die van andere plaatsen, dan blijkt, dat er hier nog heel wat meer in die richting kan gedaan worden ten behoeve van de volksklasse. Maar de school is daartoe niet in staat. Zij bezit geene voldoende middelen en kan zonder meerdere bijdrage zelfs niet in stand gehouden worden. In 1912 bedroeg het nadeelig saldo ruim f 400,1 ning Waar men overtuigd is van de noodzakelijkheid, voor 1914 sluit met een tekort

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 385