38 25 Januari 1913. nu toch een strop van f 100000,aan het kanaal heeft en vraagt, of het niet mogelijk is, de sluis op kosten der gemeente te laten verbreeden. De voorzitter weet niet, of men, afgezien van de kosten, zooiets wel gedaan zou kunnen krijgen. Spreker heeft van deskundige zijde vernomen, dat de gewenschte breede sluizen niet geschikt zijn voor het Wilhelminakanaal. De heer STAAL is van meening, dat de sluizen verband houden met de breedte van het kanaal. Wordt het kanaal toegankelijk gesteld voor zeer groote schepen, dan moeten die ook elkander kunnen passeeren. Hoogstwaarschijnlijk is dit de reden, dat geene sluis van breedere afmeting kan verkregen worden, want dan zou ook het kanaal zelf verbreed moeten worden. De voorzitter wijst erop, dat het hier slechts een zijtak geldt, die men niet te nauw moet verbinden met het kanaal zelf. Theoretisch moge die zijtak een onderdeel van het kanaal genoemd worden, doch in werkelijkheid is hij dat niet. Thans kunnen schepen van groote afmetingen tot Oosterhout komen. Dit zou ook het geval zijn met Breda, als de sluis verbreed was. De heer SASSEN vraagt, of het antwoord van den Minister geheim is. De voorzitter antwoordt hierop ontkennend en zegt, dat er bij hem geen bezwaar bestaat, om de stukken voor de raadsleden ter visie te leggen. De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN zegt, dat hij voornemens was, deze zaak zelf ter sprake te brengen. Spreker wil daarom gaarne zijn dank

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 38