398
5 December 1913.
moest worden weggenomen voor de plaatsing van
het Baroniemonument, werd daartegen ook van ver
schillende zijden uit een esthetisch oogpunt bezwaar
geopperd. Men verlieze echter niet uit het oog dat
het Valkenberg in hoofdzaak slechts een doorgang
is van en naar de stad. Spreker kan dus niet inzien,
welk bezwaar er aan verbonden is, om het verzoek
in te willigen. Bovendien kan men de conditiën
stellen zooals men wil.
Om tot een praktisch resultaat te komen, stelt
spreker voor, het adres te renvoyeeren naar burge
meester en wethouders, om met den aanvrager nader
in overleg te treden.
De heer FEBER heeft met leedwezen in het ad
vies van den directeur der openbare werken gelezen,
dat de door adressant gevraagde verandering niet
eene verfraaiing zal zijn. Ook de opmerking van
den directeur omtrent de luidruchtigheid acht spreker
een geringschatting van de bezoekers van het café.
Spreker gaat volmaakt accoord met het voorstel
van den heer Bloemarts en zou gaarne zien dat
in het algemeen ten opzichte van de neringdoenden
wat meer inschikkelijkheid werd betoond.
De voorzitter zegt, dat geen van de aange
voerde argumenten hem hebben kunnen overtuigen,
dat de voorgenomen verandering ook werkelijk eene
verfraaiing zal zijn. Het struikgewas zal weggeruimd
moeten worden en waar zal men met het urinoir
blijven, vraagt spreker.
Het geldt hier een zuivér persoonlijk belang van
den aanvrager, wat in de toekomst een gevaarlijk
precedent kan worden. Als voorbeelden hiervan wijst
spreker op eene mogelijke verbouwing van het pand