brengen aan den heer Sassen en aan burgemeester
en wethouders, voor hetgeen zij reeds in deze
gedaan hebben.
Spreker vindt het jammer, dat niet het gewenschte
resultaat bij den Minister is verkregen. Als de sluis
niet zoo smal was, zou ook Breda voor groote
schepen van 1000 a 1200 ton toegankelijk zijn.
In 18901891 stond reeds vast, dat de sluis eene
breedte zou verkrijgen van 7l/2 M. Deze wijdte werd
toen, met het oog op de binnenscheepvaart, voldoende
geacht. Later is de toestand echter aanmerkelijk
gewijzigd.
Spreker herinnert vervolgens aan de geschiedenis
van de totstandkoming van het kanaal en hoe eindelijk
in October 1912 de aanbesteding van het bouwen
der bewuste sluis heeft plaats gehad.
Op dit werk zijn ook de Algemeene Voorschriften
voor de uitvoering van rijkswerken van toepassing.
Volgens die voorschriften is de Minister ten allen
tijde bevoegd in eenig werk wijzigingen of verande
ringen te brengen, het werk te schorsen of te doen
staken. Daarom zou spreker alsnog willen trachten,
datgene te bekomen, wat men wenscht. Het groote
belang voor de gemeente ligt vooral in de goedkoopere
vrachten. Al moest het Breda ook veel geld kosten,
dan toch zou spreker zich die opoffering willen
getroosten. Spreker zou het jammer vinden, dat bij
een verschil van wellicht f 20000,hetgeen het
maken van eene breede sluis meer zou kosten, de
gemeente Breda van dit voorrecht voor de scheepvaart
zou verstoken blijven.
De voorzitter betoogt, dat men voor f 20000,-
niet veel doen kan. Het dagelijksch bestuur heeft
gedaan, wat het kon en nu komt het spreker voor,
"25 Januari 1913.
39 %L