424 20 December 1913. „eindcijfer der begrooting. In 1906 was het eind cijfer in ronde cijfers f 700000, nu 7 jaar later „14 ton, dat is het dubbele, terwijl het aantal in- „woners op dezelfde hoogte bleef. In 1907 was de „hoofdsom van den hoofdelijken omslag f 110000, „nu gebracht op f135000. Daarbij komen dan nog „eenige duizende guldens van belasting op de ver makelijkheden. Hierbij komt dan nog, dat volgens „de wet op de personeele belasting onze gemeente „minstens eene klasse naar boven gebracht behoort „te worden, waardoor vele minvermogenden zouden „worden ontlast. Deze kleine menschen betalen nu „te veel belasting en dus ook te veel opcenten „voor de gemeente. Al klinkt nu het percentage „voor den hoofdelijken omslag, namelijk 3°/0, niet „erg hoog, alles bijeen genomen is de belasting- „druk in onze gemeente zwaar. Echter daar moeten „inkomsten zijn, alleen de voorname vraag is, hoe „worden zij besteed? „Daar wordt gekocht, daar wordt gebouwd, en „worden straten en pleinen opnieuw geplaveid. Zelfs „dure verfraaiingen worden aangebracht. Het kan „alles nuttig of gewenscht wezen, maar is het ook „noodzakelijk? De verbouwing van het stadhuis bij voorbeeld is eene dure mislukking. Juist datgene „wat verbetering behoefde, nl. de raadszaal, is daar- bij vergeten. Het dure politiebureau is evenmin „eene ideale inrichting van dezen tak van dienst. „Over wat ons de garnizoensverandering gekost „heeft, zal ik maar niet spreken. „Er worden straten en pleinen opnieuw geplaveid, „ofschoon onze gemeente, wat de openbare wegen „betreft, gerust toch reeds met andere gemeenten „kan vergeleken worden. Het is alles heel mooi „maar het kost ook heel veel geld. En onze ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 424