446 20 December 1913. dat stappen om dergelijk terrein beschikbaar te krijgen binnen deze gemeente tot niets kunnen leiden, zijn die stappen tot heden ook niet gedaan. Of van gemeentewege pogingen moeten worden aangewend om industrie-terrein in de onmiddellijke omgeving, dus buiten de gemeente, verkrijgbaar te stellen, betwijfelen wij zeer, omdat het publiekrech terlijk zeggingschap der gemeente voor het verkrijgen en bewaren van welgeordende toestanden en het welslagen van zulk pogen, onmisbaar is. Daarom moet naar onze meening het scheppen van industrie terrein wachten tot op het tijdstip dat door eene betere grensregeling gronden, welke daarvoor in aanmerking kunnen komen, tot het grondgebied der gemeente zullen behooren. Over dit onderwerp wordt niet meer in discussie getreden. Gevraagd wordt in deze afdeeling of van burge meester en wethouders is te verwachten eene ver ordening, regelende vervroegde winkelsluiting en eveneens, of eene verordening mag worden tegemoet gezien, regelende de openbare orde bij voorkomende feestelijkheden. Antwoord: Met de ervaring van de regeling tot vervroegde winkelsluiting voor oogen, welke in andere gemeenten is opgedaan, zijn wij van meening, dat de tijd van ingrijpen op dit stuk voor onze gemeente nog niet gekomen is, zoodat eene daartoe betrekkelijke ver ordening van ons niet kan worden verwacht. De openbare orde bij voorkomende feestelijkheden is tot nog toe uitstekend gehandhaafd kunnen wor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 446