452 20 December 1913. er heel wat werken voorhanden, waarover ook de raadsleden kunnen beschikken. De betrokken post wordt hierop goedgekeurd. Volgn. 38, sub. b. In enkele af deelingen wordt de wenschelijkheid uitgesproken om de salarissen der agenten van politie te herzien. In eene afdeeling wordt gevraagd, om ten minste de tegenwoordige regeling, naar den grondslag van driejaarlijksche verhoogingen, om te zetten in eene regeling, steunende op tweejaarlijksche verhoogingen. In eene andere afdeeling wordt tevens gevraagd, om het aantal agenten van politie le klasse met vier of zes uit te breiden; in nog eene andere afdeeling wordt aangedrongen op een spoedig prae- advies van burgemeester en wethouders op het adres der politie-agentenvereeniging „Ons Belang" reeds in Juni 1912 verzonden. In deze afdeeling wordt tevens algemeen de wensch geuit, dat de agenten van politie wekelijks een vrijen rustdag zullen ge nieten. Antwoord: Volgn. 38 sub b. De salarissen der agenten van politie zijn hier in het algemeen alleszins voldoende. Bovendien hebben de Pensioenwet voor de gemeente-ambtenaren 1913 en de Weduwen wet voor de gemeente-ambtenaren 1913, in verband met het raadsbesluit betrekkelijk de op de ambtenaren te verhalen bijdragen krach tens die wetten, o.a. dit gevolg gehad, dat de inkom-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 452