462 20 December 1913. voor een driejarig tijdperk, in het voorjaar met machtiging van den raad afgesloten, ligt op de lees kamer voor de leden ter inzage. Met het denkbeeld om door het gasbedrijf aan de gemeente-kas te doen betalen eene recognitie voor het hebben van buizen in gemeentegrond kunnen wij in beginsel instemmen. Wanneer zulk eene heffing van eenige beteekenis zal zijn, levert die voor de waterleiding bezwaar op, omdat dit bedrijf minder winstgevend is. Toch eischt de consequentie ook daarvoor de heffing, indien die voor het gasbedrijf wordt ingevoerd. Wij zullen het denkbeeld daarom nader met de betrokken commissie van bijstand overwegen en het later tot een onderwerp van bespreking in uwe ver gadering maken. Aangezien dit onderwerp reeds bij de behandeling der begrooting voor de gas fabriek is ter sprake gebracht, wordt de post hierop goedgekeurd. Volgn. 93. Gevraagd wordt door een leden eener afdeeling of de schoollocaliteit het niet mogelijk maakt, om aan de scholen het wettelijk voorgeschreven onder richt in de vrije- en orde-oefeningen te geven. Antwoord Volgn. 93. Geen der openbare scholen heeft eene afzonder lijke localiteit om daarin vrije- en ordeoefeningen te onderwijzen en de gewone klasse-lokalen zijn daarvoor ongeschikt. In het gunstige jaargetijde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 462