468 20 December 1913. wel gewenscht, om de zaak eerst nog eens in over weging te nemen. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wet houders de zaak wel willen onderzoeken, ook in verband met de nieuwe pensioenwetten voor de ge meente-ambtenaren De heer VAN HULTEN meent, dat de gemeente het risico best zelf kan dragen. De raad kan thans besluiten tot opzegging tegen het einde van den verzekeringstermijn, zooals bij den polis is aangegeven. De heer LIJDSMAN zegt, dat hij indertijd tot deze verzekering heeft medegewerkt, welke een gevolg was van een ongeval, destijds aan den com missaris van politie overkomen. Hij meent, dat dit ongeval aan de gemeente nog al wat gekost heeft. De heer STULEMEIJER kan het voorstel van den heer van Hulten niet ondersteunen. De gemeente kan het risico van dergelijke ongevallen, die zeer veel geld kunnen kosten, niet zelf dragen. Het voorstel van den heer VAN HULTEN wordt niet ondersteund en kan alzoo geen punt van be handeling uitmaken. De betrokken post wordt hierop goed gekeurd. Meerdere leden eener afdeeling achten het ge wenscht de begrooting aan te vullen met een post 182a, „Subsidie Werkloozenverzekering Een der leden vraagt hiervoor alsnog op de be grooting te brengen een bedrag van f 500. Volgn. 182a.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 468