20 December 1913. 469 Antwoord: Wij geven in overweging thans hieromtrent geene beslissing te nemen en af te wachten ons prae-advies op de adressen, welke op deze zaak betrekking hebben. Dat prae-advies zal binnen niet te langen tijd verschijnen. De voorzitter voegt er nog aan toe, dat ook in de samenstelling van het college van burgemeester en wethouders verandering is gekomen, waaraan voor een deel de vertraging is te wijten. Het college is nog overstelpt met werkzaamheden, doch het ver langde prae-advies zal ten spoedigste worden uitge bracht. De heer VAN HULTEN betwijfelt dit zeer en als het prae-advies komt, dat weet men al vooraf wat het inhoudt. In beginsel zijn burgemeester en wet houders het altijd er mede eens, doch dan komen de bezwaren en ten slotte gebeurt er niets. Spreker zou dan ook den raad alleen het beginsel willen laten uitspreken. De voorzitter zegt, dat de eerste vraag zal zijn, of men iets voelt voor de werkloozenverzekering, en zoo ja, naar welk stelsel. Daarbij komt, dat de raad sinds de laatste behandeling van deze kwestie al voor een-derde is vernieuwd. Al zou de raad thans in beginsel tot werkloozenverzekering besluiten, dan zal dit besluit toch niet eerder kunnen werken dan het volgend najaar. De heer STULEMEIJER vraagt, of de raad nog lang op het prae-advies zal moeten wachten. Volgn. 182a.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 469