27 December 1913. 487 „De afdekking van beerputten van gegoten ijzer, „cementijzer en metselwerk moet, wat betreft „constructie, afmetingen en materialen, zijn ten „genoegen van burgemeester en wethouders." De aanhef van de tweede zinsnede van gemeld artikel wordt gelezen als volgt: „De beerputten van Portlandcementbeton vervaar digd, moeten zijn cilindervormig en gedekt met „eene bolvormige kap met een pijl van minstens „10 c.M.zij moeten aan de onderstaande afmetin gen, in verband met de daarbij aangegeven mid dellijn van den put of verzamelbak, voldoen." De heer Fr. SMITS vraagt, of aan de verordening terugwerkende kracht wordt toegekend, waarop de voorzitter ontkennend antwoordt. De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN meent dat het toch de bedoeling is, dat de verordening eerst zal werken, zoodra zij kracht van wet bekomen heeft. Zonder verdere bedenking wordt alsnu de voorgestelde wijziging vastgesteld. 20. Prae-advies van burgemeestei en wethouders op het adres van Th. W. Rijkers en andere bewoners van het smalle gedeelte van de Oude Vest nabij de Molenstraat, betreffende de onttrekking van dat gedeelte aan het verkeer met rij- en voertuigen en de verbetering der straatverlichting aldaar. In verband met het bepaalde in de laatste zinsnede van art. 48 der algemeene politie-verordening wordt voorgesteld te besluiten: „Aan het verkeer met rij- en voertuigen, paarden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 487