50
21 Februari 1918.
„prae-advies in onze handen gesteld het hierbij terug
gaand adres van den heer E. L. F. Bolomey, directeur
„der Ginnekensche tramwegmaatschappij, verzoekende
„teruggaaf van het gestorte waarborgkapitaal ad
„f 500,voor den paardentramweg vanaf het einde
„der Boschstraat tot aan de grens der gemeente
„Teteringen, waarvan de concessie is vervallen ver
klaard bij raadsbesluit van 21 Mei 1910.
„In overeenstemming met het gevoelen der com-
„missie voor de tramzaken, zijn wij van oordeel, dat
„in het door adressant aangevoerde geene motieven
„aanwezig, zijn, om tot inwilliging van het verzoek
„te besluiten.
„Adressant beroept er zich op, dat de groote kosten
„van aanleg, in verband met den korten duur der
„concessie en de weinige rentabiliteit van de ont
worpen lijn de uitvoering van het werk onmogelijk
„maakten.
„Deze omstandigheden waren echter aan adressaant
„reeds bekend bij de aanvaarding der concessie.
„Ook in het feit, dat het Rijk het gestorte waar
borgkapitaal heeft teruggegeven, kan voor de ge-
„meente geen reden gelegen zijn, om evenzoo te
„handelen.
„Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen, op
„het onderwerpelijke adres afwijzend te beschikken."
Zonder bedenking wordt besloten over
eenkomstig gemeld voorstel.
11Prae-advies van burgemeester en wethouders
op het adres van de heeren E. L. F. Bolomey c. s.,
om concessie voor den aanleg van een tramweg van
Breda over Ginneken, Bavel en Dorst naar Tilburg
en verder, en waarin, overeenkomstig het advies