5 April 1913. 71 De voorzitter stelt voor, dit adres eveneens te verzenden naar burgemeester en wethouders om prae-advies. Waartoe besloten wordt. 8. Adres van het bestuur der kegelvereeniging „de Bredasche Latjesgooiers", verzoekende ten be hoeve van uitgeschreven kegelwedstrijden een zilveren lauwerkrans of een zilveren beker beschikbaar te willen stellen. Bij dit adres is gevoegd het volgend prae-advies van burgemeester en wethouders „Ingekomen is het hierbij gevoegd adres van het „bestuur der kegelvereeniging „de Bredasche Latjes- dooiers", verzoekende ten behoeve van de door die „vereeniging uitgeschreven kegel wedstrijden, welke „dit jaar ter herdenking van het 25 jarig bestaan „dier vereeniging alhier zullen gehouden worden, een „zilveren lauwerkrans of een zilveren beker ter „waarde van ongeveer f 75,beschikbaar te willen „stellen. „Het valt niet te ontkennen, dat in de laatste „jaren voor alle mogelijke wedstrijden maar al te „zeer een beroep wordt gedaan op de gemeentekas „en dat het op den duur niet aangaat, de wenschen „van al die sportlievende vereenigingen te bevredigen. „Wij wenschen dan ook in de toekomst met den „tot dusver gevolgden regel te breken en alle aan dragen om bijdragen in kegel-, schiet- en dergelijke „wedstrijden, tenzij in zeer bijzondere gevallen, van „de hand te wijzen. „Waar het hier intusschen geldt de herdenking „van het 25-jarig bestaan der vereeniging en de uit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 71