5 April 1913. 73 overweging kan worden genomen. Maar er zijn ver- eenigingen, die periodiek om de 5 jaar of meermalen nog terugkomen. Daarvoor is beperking noodig. De heer SASSEN heeft met genoegen het prae- advies gelezen. Er moet paal en perk gesteld worden aan het schenken van medailles en lauwerkransen. Men spreekt wel eens van het plukken aan de staats ruif, maar hier kan hetzelfde gezegd worden van de stadsruif. Spreker hoopt dan ook, dat burgemeester en wethouders aan hun voornemen streng de hand zullen houden. De heer BLOEMARTS zou het zeer betreuren, als er eene beslissing werd genomen, om voor alle dergelijke wedstrijden absoluut niets te geven. In bijzondere gevallen kan er volstrekt geen bezwaar bestaan, om voor zoodanige feesten een medaille of lauwerkrans beschikbaar te stellen. Deze feesten bevorderen het vreemdelingenbezoek en komen den neringdoenden ten goede. Spreker wil hier nog aan toevoegen, dat het in den regel altijd dezelfde per sonen zijn, die zich de moeiten en opofferingen van die feesten getroosten en dte lasten daarvan dragen. Het is dus volkomen gerechtvaardigd, dat ook de belastingbetalenden een kleinigheid bijdragen. Spreker hoopt, dat men het aan het wijs beleid van burge meester en wethouders zal kunnen overlaten, om te beoordeelen, wanneer er termen bestaan, om den een of anderen wedstrijd te steunen. Waar het hier intusschen geldt de herdenking van het 25-jarig bestaan eener vereeniging, kan spreker zich wel ver eenigen met het voorstel van den heer van Hulten. Het voorstel van den heer VAN HULTEN wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 15 tegen 5 stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 73