5 April 1913. 83 „de kosten van het te houden festival, wederom eene „subsidie te verleenen van f 200, De voorzitter, dit punt aan de orde stellende, herinnert er aan, dat „de Unie" in 1909 eene sub sidie heeft genoten van f200,en in 1911 nog eene van f 300, De heer TEYCHINÉ meent, dat de aanvrage om eene subsidie van f400,zeer bescheiden mag wor den genoemd, als men in aanmerking neemt de vele kosten, welke aan zoo'n festival verbonden zijn. On tegenzeggelijk brengt zoo'n feest heel wat vreemde lingen in Breda. Rekent men, dat aan het festival 34 vereenigingen zullen deelnemen, ieder met gemid deld 33 executanten, dat er bovendien van elke ver- eeniging nog 4 a 5 bestuursleden medekomen, be nevens de noodige belangstellenden, dan kan men het aantal vreemdelingen veilig op 2000 n 2500 personen stellen. Spreker acht derhalve eene subsidie van f200, te gering, maar wil een middenweg kiezen en stelt mitsdien voor de subsidie te bepalen op f 300, De heer VAN HULTEN heeft met genoegen het eerste gedeelte van het prae-advies gelezen en meende, dat het slot ervan zou luiden, geen subsidie toe te staan. Burgemeester en wethouders hebben echter een salto mortale moeten maken, om toch aan eene subsidie te kunnen komen. Zij beroepen zich hierbij op de viering van de 100-jarige onafhankelijkheid van Nederland. „De Unie" wil dat feit apart her denken. Maar er komt nog eene andere vereeniging, die eene algemeene feestviering op touw wil zetten. „De Unie" heeft in de laatste jaren met volle handen uit de gemeentekas genoten, zoodat het thans

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 83