2 Mei 1914.
Tegenwoordig de heeren F. C. J. VAN HULTEN,
F. A. M. J. SMITS, A. C. BOM, mr. P. M. J. E.
BLOEMARTS, W. J. H. FEBER, A. VAN BAVEL,
C. L. STULEMEIJERA. J. M. VAN IERSEL, mr.
W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, H. A. SAS
SEN, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. LIJDS-
MAN, J. M. INGENHOUSZ, A. W. ZIJLMANS, W.
J. A. LOOMANS, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J.
L. TEYCHINN. J. H. VAN GROENENDAEL en
J. B. M. MERKELBACH VAN ENKHUIZEN.
Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT,
burgemeester.
Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. -
De VOORZITTER opent de vergadering en zegt,
dat de notulen van het verhandelde in de vergaderingen
van 14 en 21 Maart j.l., overeenkomstig het bepaalde
bij artikel 8 van het reglement van orde voor den ge
meenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen
en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt,
of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan ver
langt, of eenige bemerkingen daartegen in het midden
heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen
van voormelde vergaderingen goedgekeurd en
vastgesteld.