2 MEI 1914. 11] „aangegeven. Het terrein wordt door een grachtje, „sprank van de Mark, van het fabrieksterrein geschei- ,,den en grenst aan de gemeente werf in de Karnemelk- straat. „Zij wenscht dit terrein voor uitbreiding van hare „fabrieken te bestemmen en vraagt om die reden ophef fing van het daarop gevestigd bouwverbod. „Er bestaat o.i. geen overwegend bezwaar om het „verbod op dit perceel en daarmede dat, rustende op „de overige perceel en, voor de hiervoor bedoelde straat „aangewezen, op te heffen en wel om de volgende „redenen. ,,lo. Denkt men zich den geprojecteerden weg als „toekomstige ontlasting van de Ginnekenstraat, dan is „de voornaamste factor het tramverkeer en hiervoor „heeft hij geen beteekenis. Met name de aansluitende „Nieuweweg, Waterstraat en Nieuwstraat zijn voor dit „verkeer totaal ongeschikt. Om laatstgenoemde reden „zal de weg ook voor het verkeer van voertuigen, die „zich naar de binnenstad begeven, van weinig belang „zijn. „Voor voertuigen, die zich naar de Haven moeten „begeven, is er reeds een goede weg parallel met de „ontworpen straat en wel Fellenoordstraat, terrein van „de kazerne der veld artillerie, Jan van Polanenkade, „(verbreede) Tolbrug. „De grootste stroom van voetgangers volgt de Nieuwe „Ginnekenstraat en de Ginnekenstraat naar de binnen stad en omgekeerd. „Het zal niet gelukken een beteeken end gedeelte van „dezen stroom zijdelings af te leiden naar de ontwor- „pen straat langs het Van Coothplein, Karnemelkstraat „of Nieuwstraat. Niet alleen is het een omweg, doch „ook met den smaak van het publiek is rekening te „houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 111