2 MEI 1914. 119 heer Teychiné als oud-officier van de schutterij hieromtrent wel inlichtingen kunnen geven. De heer TEYCHINÈ meent, dat de heer K r i e n s indertijd is aangesteld in overleg met de officieren dei- schutterij door den majoor-commandant, welke benoe ming door burgemeester en wethouders is erkend of goedgekeurd. De VOORZITTER zegt, dat in ieder geval de minister moet beslissen, in hoever de heer K r i e n s als ge meente-ambtenaar is aan te merken. Zonder verdere bedenking wordt alsnu het onderwerpelijke voorstel goedgekeurd. 17. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres der afdeeling Breda van den bond van Ne- derlandsche gemeente-werklieden, om alle kosten, voort vloeiende uit de opneming in het Rijkspensioenfonds, alsmede alle kosjen in zake pensioenaanvragen voor rekening der gemeente te nemen, zijndè dit prae-advies van den volgenden inhoud „Onder weder aanbieding van het adres der afdeeling „Breda van den Bond van Nederlandsche gemeente werklieden, verzoekende, dat de kosten, voortvloeiende „uit de opname der gemeente-ambtenaren in het Rijks- pensioenfonds, voor rekening der gemeente worden „genomen, hebben wij de eer U het volgende te berichten. „Volgens art. 62 der pensioenwet voor de gemeente ambtenaren 1913 moet ieder gemeente-ambtenaar, die „op 1 October 1913 eene gemeentelijke betrekking be kleedt, vóór 1 April 1914 aan den Pensioenraad in zenden a. „de aanstelling in elke der gemeentelijke betrek kingen, waarin hij vóór 1 October 1913 werkzaam is „geweest

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 119