126 2 MEI 1914. „no. 779 en dat van den directeur der openbare werken „en bedrijven van den 30en Maart 1914 no. 109 „Overwegende „dat de voornoemde vennootschap bij koninklijk be- „sluit van 8 Mei 1908 no. 55, is toegelaten als eene „vereeniging uitsluitend in het belang der volkshuis vesting werkzaam „dat de voorgestelde woningbouw op doeltreffende „wijze in eene bestaande behoefte aan huisvesting bin- „nen deze gemeente zal voorzien „dat de voorgestelde woningbouw tevens eenigermate „de gelegenheid zal vermeerderen voor opschuiving bij „onbewoonbaarverklaring van panden, die daarvoor „in aanmerking komen „dat de vennootschap den voorgenomen bouw niet „kan volvoeren zonder den in het adres gevraagden „geldelijken steun der gemeente „Gelet op art. 30 der woningwet en het bepaalde in „paragraaf 5 van het koninklijk besluit van 28 Juli „1902 (Staatsblad no. 160), zooals dit laatstelijk is ge wijzigd bij dat van 12 Februari 1913 (Staatsblad no. 52); Besluit: A. „ten behoeve van den bouw van genoemde 15 „arbeiderswoningen, met inbegrip der kosten „van grond, ophooging van het terrein, aanleg „van straten enz., een voorschot te verleenen „van ten hoogste f 31497.50, onder bepaling, dat „dit voorschot zal worden afgelost in 50 annuitei- „ten, waarvan het juiste bedrag, evenals dat van „het voorschot, zal worden vastgesteld, zoodra „na aanbesteding van den woningbouw het be- „drag der stichtingskosten zal vaststaan, en ver- „der onder de volgende voorwaarden lo. „dat bij de uitvoering van het werk moet „worden voldaan aan de voorwaarden, welke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 126