128 2 MEI 1914. „met goedkeuring van Hare Majesteit de Konin- „gin, het recht zal hebben alle bezittingen met ,,de daarop rustende lasten en verplichtingen en „alle schulden der vennootschap gezamenlijk „over te nemen tegen betaling van een bedrag „ter grootte van het door de aandeelhouders der „vennootschap bijeengebrachte kapitaal, vermeer- „derd met vijf ten honderd van dit kapitaal, als „vergoeding voor liquidatiekosten 6o. „dat, indien door burgemeester en wethou ders gebruik gemaakt wordt van de bevoegd- „beid, hun bij de voorwaarden onder lo. ver leend, en hiervan wijziging der plannen het „gevolg is, deze wijziging zal moeten worden „onderworpen aan de goedkeuring van de Mi nisters van Binnenlandsche Zaken en van „Financiën lo. „dat het Rijk een gelijk voorschot ver strekt aan de gemeente volgens de bepalingen „van paragraaf 2 van het koninklijk besluit van „28 Juli 1902, (Staatsblad no. 160) zooals dit „thans luidt 8o. „dat overigens de voorwaarden, door het „Rijk aan het te verleenen voorschot te verbin den, ten aanzien van dit besluit van kracht „zullen zijn, als waren die voorwaarden daarin „woordelijk opgenomen. B. „zich te wenden tot de regeering met het ver- „zoek, dat aan de gemeente een voorschot worde „verleend, aflosbaar in 50 annuiteiten, tot een „bedrag als sub A van dit besluit bedoeld." De VOORZITTER stelt dit punt aan de orde. De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN heeft uit het plan gezien, dat het in de bedoeling ligt van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 128