2 MEI i9l4. 129 „Volkshuisvesting" om 15 arbeiderswoningen te bou wen met een huurprijs van f 2.25 per week. Spreker vraagt, of er niet meer behoefte bestaat aan kleinere woningen met minderen huurprijs. Misschien zou men dan een nuttiger werk doen, door woningen te bouwen voor mindere menschen tegen een huurprijs van f 1. of f 1.10 per week. De VOORZITTER geeft toe, dat er inderdaad behoefte bestaat aan dergelijke woningen, doch tegenwoordig bestaat de mogelijkheid niet meer om tegen dien lagen huurprijs woningen in Breda te bouwen. De heer VAN IIULTEN zou dan het tekort willen bijpassen. De VOORZITTER zegt, dat men dan eene aparte subsidie zou moeten toestaan. De heer VAN IIULTEN wijst erop, dat er dan toch een noodtoestand bestaat, waarin voorzien moet worden. De gemeente en het rijk zouden dan subsidie kunnen geven, evenals in Amsterdam gebeurt. De heer J. M. INGENHOUSZ zegt, dat het hoofd doel der vereeniging en ook van de woningwet is, om verbetering van de volkshuisvesting te verkrij gen. Door den bouw van nieuwe woningen beeft er eene Opschuiving plaats, zoodat de menschen, die geen f 2.kunnen verwonen, toch in de gelegenheid komen om eene betere woning te krijgen. Het rijk vordert goede huizen en is gesteld op eene vrij hooge huur. Als men nu kleine woningen ging bouwen, dan bleef de huisvesting ook in de toekomst bekrompen. Daarom moet gestreefd worden naar betere woningen. De ver betering voor den kleinen man moet langzamerhand komen door opschuiving.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 129