144 2 MEI 1914. mededeelen, aan de leden overlatende, in hoever zij hem van preutschheid willen verdenken. Wat daar vertoond werd, is verre van behoorlijk. Men ziet er het vieze, intieme leven van een Berlijn- schen bon-vivant en het vieze, intieme leven van een Berlijnsche demi-mondaine. Men verwisselt er van vrouw evenals wij van kleeding verwisselen. Men ziet er het nestje van de cocotte, men ziet er de heeren en dames over een divan rollen, maar men ziet er nog erger dingen. Het meest afkeurenswaardig zijn wel die sleutelgat-voorstellingen van hetgeen achter deuren en gordijnen geschiedt, en dat suggereeren van den expli cateur bij het opschrift ,,En nu", als er een mijnheer met die vrouw naar de slaapkamer gaat. Spreker vraagt, of men mag toestaan, dat daar onze kinderen komen. En er waren daar kinderen. Er was zelfs iets anders. Onder de toeschouwers waren ook vrouwen van verdacht allooi. Moeten onze kinderen daarnaast plaats nemen Spreker was verheugd, dat de voorstelling afgeloopen was en dat hij uit dat pesthol kon vertrekken. Wij zijn hier niet op politiek terrein, zegt spreker, maar op een terrein, waar alle fatsoenlijke menschen elkander ontmoeten. En daarom vraagt hij nogmaals, of onze kinderen mogen bezoedeld worden door het vuil, dat dergelijke films over hen uitstorten. Spreker heeft nog erger dingen over die bioscoop hooren vertellen en daarom is hij bevreesd, dat onze kinderen, behalve het vuil, dat er vertoond wordt, in die zalen nog meer zullen hooren en zien dan hetgeen geoorloofd is te achten. Over het adres van de bioscoopdirecteuren wil spre ker maar zwijgen. Hij acht zich er boven verheven, fom daarop in te gaan. Alleen wil hij verwijzen naar het bekende rapport van de Rotterdamsche bioscoop commissie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 144