150
2 MEI 1914.
sche verordening van geheel andere strekking is. Daar
heeft men een preventief toezicht op alle films.
Het voorstel van den heer BLOEMARTS wordt als-
nu in stemming gebracht en aangenomen met 18 tegen
3 stemmen.
Vóór stemden de heeren van H u 1 t e n, Fr.
Smits, Bom, Bloemarts, van B a v e 1,
Stulemeijer, van Ierse 1, mr. W. In gen
ii o u s z, Schelt us, Sassen, Slee h trie m,
Staal, L ij d m a n, J. M. IngenHousz,
Loomans, Reigersman, van Groenen-
dael en Merkelbach van Enkhuizen.
Tegen waren de heeren F e b e r, Z ij 1 m a n s en
Teychiné.
De heer FEBER vraagt, of nu voortaan alle films
zullen worden gekeurd.
De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend, voor
zoover de vertooningen ook voor kinderen toegankelijk
zullen zijn.
De heer FEBER meent, dat dit nog al tot moeilijk
heden aanleiding zal geven en dat er wel films zijn,
die ongezien kunnen worden goedgekeurd, o.a. natuur-
tafereelen, militaire schouwspelen, intochten van vor
stelijke personen, kinderfeesten en dergelijke.
De VOORZITTER zegt, dat hierop onmogelijk eene
uitzondering kan worden gemaakt. Natuurtafereelen
zijn niet altijd geschikt voor kinderen. Overigens be
hoort de uitvoering der verordening bij burgemeester
en wethouders.
De heer VAN HULTEN vraagt, hoe men zich de
samenstelling der commissie voorstelt.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat daarvan
nog niets bekend is.