2 MEI 1914. 151 De lieer STULEMEIJER geeft in overweging, om de commissie zoo ruim mogelijk te nemen. In Rotter dam is het voorgekomen, dat de bioscoophouders een groot aantal films tegelijk ter goedkeuring aanboden, ten einde daardoor de controle onmogelijk te maken. De VOORZITTER zegt, dat met deze opmerking zal worden rekening gehouden. 29. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij in overleg met de commissie voor de ambachts school, en met overlegging van de goedkeurende be richten van den Inspecteur van het middelbaar onder wijs en den Minister van Binnenlandsche Zaken, voor stellende met ingang van 1 Juni a.s. definitief te benoemen tot leeraar in het smeden en machinebank- werken aan de ambachtsschool alhier den heer W. -J. B o s s i n k, die bij raadsbesluit van 17 Mei 1913 voor den tijd van een jaar als zoodanig werd benoemd. Niemand der leden hiertegen eenige beden king hebbende, wordt gemeld voorstel goed gekeurd en wordt de pensioensgrondslag voor- loopig geregeld op f 800. 30. Schrijven van burgemeester en wethouders daarbij, in verband met een ingekomen voorstel van de commissie voor de ambachtsschool, en met overleg ging van de goedkeurende berichten van den Inspecteur van het middelbaar onderwijs en den Minister van Bin nenlandsche Zaken, voorstellende aan de ambachts school voor het cursusjaar 1914/15 opnieuw te be noemen a. respectievelijk tot gewoon en buitengewoon leeraar in het theoretisch vakonderwijs de heeren W. W. Plasman en L. M. A. Slechtriem; b. tot buitengewoon leeraar in het teekenen van ijzerconstructie's den heer J. W. Kannemans; en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1914 | | pagina 151